Voordat ik deze vraag beantwoord sta ik even stil bij wat een rosé champagne is. In Champagne doen ze namelijk wat elders in de wereld meestal verboden is: ze mengen rode met witte wijn. In de Champagne kan dat dus gewoon. Dit is een rosé assemblage en vormt ook de standaard.
De stille rode wijn die men voor het mengen gebruikt komt veelal van pinot noir. De meest bekende voorbeelden zijn de fameuze Bouzy rouge of Ay rouge die ook als stille wijn worden verkocht. Doorgaans voegt men tussen de 6% en 20% rode wijn toe tot de gewenste tint bereikt is. Zelfs een gezworen chardonnay-huis als Pierre Gimonnet & fils uit Cuis is om en maken een rosé. Om niet geheel toe te geven hebben ze die ‘Rose de Blancs’ gedoopt. Champagne Chavost koos met Rose de Blanche eveneens een stijlvolle naam voor haar rosé waar een derde chardonnay in zit met ‘rouge’ afkomstig van meunier.
De andere manier waarop men in Champagne rosé maakt is door de blauwe druiven te laten bloeden. Ook wel Rose de saignée champagnes genoemd, waarbij de schil van de druif kleur afgeeft. Deze komen erg weinig voor. Hoe langer het bloeden duurt des te donkerder wordt de rose, maar dit laat zich moeilijk controleren. Phillippe Brun van Champagne Roger Brun uit Ay produceert een donkere rose saignee ‘Quatre nuits’ die, u raadt het al, vier nachten bloedt. Ook Olivier Herbert maakt een rose saignee die nog bijzonderder is, want het is tegelijkertijd ook een monocepage én een vintage.
Nu terug naar de vraag; waarom wachten met rosé tot het zomer is? Persoonlijk wacht ik er niet mee. Een goede rosé smaakt ieder moment en jaargetijde. Het zijn geen typische zoete-weg-drinkertjes. Ze combineren doorgaans goed met rood vlees of hamburgers. Oh, dat is het; een champagne rosé past goed bij de BBQ. Die stook je meestal in de zomer op. Maar ook dat is gelukkig achterhaald!